kerk zijn in drie geschenken

Aan het begin van het jaar ontmoetten we drie wijzen uit het Oosten die met geschenken op kraambezoek komen bij Jezus.
Alle drie hebben ze iets bij zich wat waardevol is. De betekenis ervan vertelt iets over wie Jezus is. Het vertelt iets over het koninkrijk dat met hem begint. Het vertelt iets over het lichaam van Christus, de gemeente die door hem geroepen en op weg gezet is, de kerk.
Wat hebben wij te geven, passend bij onze Heer, bij Christus?
Het eerste geschenk is goud; vorstelijk, koninklijk..
levensparels-armband, met in het
midden de gouden Godsparel
Het zuiverste goud, dat kan niet anders dan naar God verwijzen. Dat God is, en ons liefheeft, dat Christus het gezicht is van die aanwezigheid, nabij, onder ons, daar omheen verzamelen we ons, dat maakt individuen tot een gemeenschap.
En daarmee hebben we misschien ook wel goud in handen..
Tegelijk is er spanning tussen verlangen en werkelijkheid. Een kring kan gesloten raken, op zichzelf gericht, druk om eigen zaken goed te regelen en niet enthousiast over wie nieuw is of wat verandert.
Dit ene geschenk niet zonder de andere 2 – dan wordt het te in zichzelf gekeerd. Er is ook wierook en mirre.

Wierook vertelt in de Bijbel van gebeden die om hoog stijgen naar God. Het gaat over relatie met God, God die ongrijpbaar is en tegelijk zo nabij. We worden geroepen tot omgang met God, zoals Jezus dat voordeed, door allerlei manieren ruimte te maken voor God, voor licht dat binnenvalt en een ander licht werpt. In het voetspoor van de wijzen die niet bleven waar ze waren, die met benieuwde ogen naar de hemel keken en zich op weg lieten zetten.
Als we niet meer de tijd nemen om naar God te luisteren, dan worden we zelfingenomen. En komen we niet verder..

Mirre, het derde geschenk, mag ook niet ontbreken, in ons leven met God, als gemeente, als leerlingen van Jezus.
Mirre wordt genoemd als Jezus in het graf gelegd wordt. Het heeft te maken met lijden en met pijn, met wonden, en met het zichzelf totaal geven van Christus. Hij die zich geheel geeft voor de ander. Voor ons. Het heeft te maken met uitreiken naar de ander, met de aanraking..
In DNA van het gemeente zijn is dit de derde dimensie – de gemeenschap die we vormen, de omgang met God, die is in zichzelf gekeerd, en krijgt geen handen en voeten, zonder het dienen van de ander, het uitreiken.
Dat kan iets pijnlijks hebben. Iets pijnlijks als: binnen laten wie je niet kent; er op uitgaan naar wie je misschien niet ontvangen zal; woorden zoeken, stamelen, voor wat je gelooft; de minste zijn en luisteren in plaats van spreken; dienen van wie geen helper heeft. Zo volgen we Jezus, die licht voor de wereld is – licht dat niet binnen kan blijven maar uitstraalt.
Deze drie zijn onlosmakelijk verbonden met Christus en met ons als lichaam van Christus, als leerlingen van hem. Geen van de drie geschenken kan gemist worden als we onze schatten delen.

Reacties