 |
| Christus, George Rouault |
Bij zijn onderricht in de tempel zei Jezus luid en duidelijk: ‘U kent mij en u weet waar ik vandaan kom. Maar ik ben niet namens mezelf gekomen; ik ben gezonden door iemand die betrouwbaar is, en hem kent u niet. Ik ken hem, omdat ik bij hem vandaan kom en hij mij heeft gezonden.’ Toen wilden ze hem grijpen, maar niemand deed hem iets, omdat zijn tijd nog niet gekomen was.
Johannes 7: 28 - 31
We horen Jezus zeggen: ja, jullie kennen me; ik kom uit Nazareth, je kent misschien mijn broers, mijn moeder en vader. Je hebt een beeld van me. Maar daar draait het niet om. Het draait niet om mij, maar om degene die mij alles gegeven heeft, die mijn oorsprong is. Zien jullie God niet aan het werk? Zien jullie de bron niet? Waarom houd je je hart voor de Liefde gesloten?
Luister: Gott ist nur Liebe (Taizé) Een man wilde over liefde spreken.
'Nee...! Niet over liefde...!' riep iedereen
en iedereen ging weg of sloeg hem neer,
en de dood keek door een raam:
'Over liefde...? Belachelijk...!'
Die man trok vleugels aan,
gelijk die van een lijster,
maar groter en radelozer,
en weg vloog hij en zong over de liefde
en de liefde zong over hem, ruiste over hem -
nooit zo verdrietig ging slapen een man
op de achteloze aarde.
Toon Tellegen (1941 - )
uit: Kruis en munt, uitgeverij Querido, Amsterdam, 2000
Reacties
Een reactie posten