Corpus Christi, verlangen naar vergeving


Een ex-gevangene die zich uitgeeft voor priester en dorpspastoor wordt - dat klinkt als een grote leugen. Toch lijkt Jan Komasa in zijn film Corpus Christi nog verder te gaan: in deze delinquent en nep-priester komen we Christus tegen. En hij heeft de Bijbel aan zijn zijde, lees Matteüs 25 er maar op na.

Mijn advies zou zijn: kijk de film zelf en lees daarna verder! 
Hij draait in de filmhuizen, maar kan ook online gekeken worden via Picl
Theater aan de Slinger vertoonde de film op 28 oktober in samenwerking met de kerken, als onderdeel van Zin in film.

De film begint met zagende jeugd-gevangenen; en als Daniël voorwaardelijk wordt vrijgelaten kan hij gaan werken in een timmerfabriek. Is het toevallig dat deze jongens met een strafblad alleen nog timmerman kunnen worden? Daniël wil eigenlijk priester worden, maar de gevangenis pastoor maakt hem duidelijk dat dat niet realistisch is. 'Er zijn nog heel veel andere manieren om goed te doen' zegt hij bemoedigend tegen hem, bij zijn vertrek. 

Daniël heeft wel een overhemd met boordje van de pastoor achterover gedrukt en geeft zich in het dorp bij de timmerfabriek uit voor priester. Voor hij het weet mag hij de pastoor van het dorp, die met een drankprobleem moet worden opgenomen, vervangen. Hij blijkt de rol van pastoor met verve te kunnen spelen. Je zou kunnen zeggen: waarachtig. De film maker Jan Komasa zegt het zo: hij is een leugenaar die de waarheid spreekt. 

Wat is waarheid? Het is een vraag die klinkt in het verhaal van Christus, uit de mond van Pilatus, de man met de macht in handen. Zien we Pilatus ook terug in deze film? Het zou zomaar kunnen...  

Over wie Daniël is en wat hij gedaan heeft horen we niets - tot ver voorbij de helft van de film, wanneer in het biechthokje iemand anders zijn verhaal vertelt. En daarna biecht hij ook in de preek: "Ik ben een moordenaar. Ik heb gedood - door mijn woorden, door wat ik heb nagelaten, door door mijn daden."Een omschrijving van schuld waar de hoorders zich wel in moeten herkennen, als ze eerlijk zijn. 

Er wordt heel wat af-gebiecht in deze film. En het gaat veel over schuld. Eigenlijk is er niemand onschuldig, en de één na de ander horen we opbiechten wat zij heeft gedaan of juist nagelaten.  Het is misschien interessant om te kijken wie er niet opbiecht te zijn tekort te zijn geschoten. ‘We dragen allemaal zoveel vuil met ons mee’ zegt Daniël in een preek. En kijkt om, naar de Christusfiguur die in de kerk hangt. 'Terwijl hij zo zuiver is. Wie kan hem navolgen?'. Christus volgen terwijl je een mens-met-schuld bent, is dat mogelijk?  

Is er vergeving? We horen de woorden "ik vergeef je" - de 'vrijspraak' die bij de biecht hoort, niet klinken. 
Mechteld Jansen zei ooit in een filmpje over 'missionair zijn': het meest actuele wat we vanuit de christelijke traditie te bieden hebben is vergeving. 
Terwijl in de kerken biecht en schuldbelijdenis niet zo populair zijn, maakt deze film voelbaar hoe reëel schuld, en hoe levens-noodzakelijk vergeving is.  

Het dorp heeft een trauma; bij een ongeluk kwamen 6 jongeren om, bij een frontale botsing met een andere auto. De bestuurder daarvan kwam ook om, en het dorp acht hem schuldig. De pastoor, de burgemeester, de politie, niemand is echt tegen tegen deze valse beschuldiging in gegaan. De weduwe wordt door iedereen buitengesloten, zwart gemaakt. 

Daniël, die zich pastoor Tomasz noemt (de naam van zijn voorbeeld, de gevangenispastoor en in de Bijbel van de twijfelende vriend van Jezus) gaat de rouw onconventioneel te lijf. Hij verwoordt boosheid op God, hij laat de getraumatiseerde familieleden hun ellende uit schreeuwen, en helpt ze loslaten door ze iets dat van hun geliefde was te laten weggeven. 
Maar tegelijk komt hij op voor die ene dode en zijn weduwe die geen recht gedaan wordt, doordat hij de schuld krijgt van het ongeluk. Hij verdient een plek op de begraafplaats en een fatsoenlijke begrafenis.

De gevangenispriester horen we het zeggen in de mis aan het begin: God is overal, ook buiten; waarom zou je voor de vorm naar de kerk komen? 
En dorpspastoor Tomasz zien we in de kerk èn op straat priester zijn. de scènes wisselen elkaar af. Hij bidt op straat, hij laat wie zichzelf belangrijk vindt knielen in de modder. Het is rauw, maar het wordt geslikt, omarmd zelfs. De parochianen lachen bevrijd als hij het wijwater de kerk in gooit en over zijn eigen hoofd. Het is een doop zonder doopformule, die hoop geeft dat een nieuw begin mogelijk is (want daar gaat de doop toch over?). 

De kern van het priester zijn – het opdragen van de mis, klinkt door in de titel van de film. Hoc est corpus christi – dit is het lichaam van Christus, zegt de priester in de mis. Je hoort het deze nep priester  niet zeggen, en hij neemt daarmee geen leugen in de mond. En Corpus Christi is ook de naam van een katholieke feestdag – sacramentsdag, waarop de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie gevierd wordt. Je kunt je afvragen: waar is Christus werkelijk, waarachtig tegenwoordig? Deze feestdag is een keerpunt in de film. Daniël maakt een keus waarvan hij weet, dat die hem niet in dank afgenomen zal worden. Waar hij weg zou kunnen lopen, doet hij het niet. 

Hoe loopt het met deze Christus figuur af? Is het uiteindelijk een lijdensverhaal waarin wie aan de waarheid vasthoudt, het slachtoffer wordt? Is er sprake van opstanding, dwars door het geweld dat opgeroepen wordt heen? 
In de laatste preek van de film spreekt de van zijn alcohol verslaving genezen, teruggekeerde dorpspastoor over schuld en hij herhaalt wat zijn vervanger eerder zei : blijf geloven! Waarin precies; is dat in deze film duidelijk geworden? Wat is daarop het antwoord van de filmmaker? En van de kijker?

Reacties