Knockin' on Heaven's Door



“Als ik doodga wil ik nog één keer / Denken aan de mensen die iets voor me betekend hebben. / Daar hoor jij ook bij, Bob.” 
[Kees ’t Hart & John Schoorl | Als een zwerfkei. Dichters over Dylan, 93]

Zo begint het gedicht dat Alex Roeka wijdt aan de Amerikaanse zanger.

Het lied Knocking on Heaven’s Door raakt me. Maar waarom?

Het kent maar 4 akkoorden (‘love is just a four letter word’).
De melodie is zó simpel dat het je verbaast dat het zo vaak gecovered is.

Dylan schreef het nummer in 1973 als filmmuziek voor de western Pat Garret & Billy the Kid. 
Het vertelt het verhaal van twee vrienden die elkaar uit het oog verloren zijn. Als ze elkaar weer treffen is Pat sheriff en Billy een vervaarlijk crimineel. De laatste schiet een agent dood. 
Het lied beschrijft zijn laatste woorden als hij sterft: “ik geef mijn batch terug. Steek mijn wapens maar in het zand. Ik zal ze niet meer gebruiken.”

Er sterft niet alleen een wetsdienaar. Zoals met het doodschieten van een advocaat de rechtsstaat sterft.
Je kunt er ook het failliet van de Amerikaanse droom in horen die toentertijd in Vietnam groot gehouden moest worden.

Een cultuur die zich met geweld verdedigt, sterft. 
Jezus zegt: “wie zijn leven behouden wil, zal het verliezen”.
Of in Dylans variatie daarop: “He not busy being born, is busy dying”.

Knockin’ on Heaven’s Door gaat ook over het failliet van geweld, van oorlog (Vietnam, Midden Oosten, Syrië, Nederlands Indië).
Maar het lied is heel klein gehouden. Het gaat over mij als ik me afweer met harde woorden, mijn tekort probeer te verbergen -  maar eigenlijk hoop dat mijn ziel zich opent...

Het eind van het liedje laat te raden over.
Maar de melodie is hoopvol als een gospel. 

Laatst stond ik vlak bij die deur. Toen mijn schoonmoeder plotseling overleed. Haar zoon zei: “mama, het is goed”. Er kwam een serene rust over haar die bij haar bleef tot zij haar laatste adem uitblies.
God weet komt het goed.

Knockin’ on Heaven’s Door gaat over de dood – en daarom over léven.
Het zingt over falen - en hopen op gelukt. Want heeft de dood het laatste woord?

Als ik doodga, hoop ik dat mijn kloppen niet vergeefs is. Dat ik gezien ben. In wat goed was en minder: dit was ik en geen ander

Als ik lééf, hoop ik dat mijn ziel zich opent.
Als ik niet klop ben ik bezig te sterven.
Als ik klop hoop ik dat er iemand is die mijn klop op de deur beantwoordt.

(inleiding bij Knockin’ on Heaven’s Door, in Top-2000 viering, De Inham, Hoogland, 29 december 2019).



Mama take this badge from me
I can't use it anymore
It's getting dark too dark to see
Feels like I'm knockin' on heaven's door
Knock-knock-knockin' on heaven's door

Mama put my guns in the ground
I can't shoot them anymore
That cold black cloud is comin' down
Feels like I'm knockin' on heaven's door
Knock-knock-knockin' on heaven's door





Reacties