Op zoek naar een groot verhaal




'Dat vraag ik me ook af,’ zei Frodo. ‘Maar ik weet het niet. En zo gaat het ook met echte verhalen. Neem elk willekeurig verhaal waar je van houdt. Je weet of vermoedt misschien wat voor soort verhaal het is, blij eindigend of droef eindigend, maar de lieden over wie het gaat weten dat niet. En je zou ook niet willen dat ze het wisten.’

Zaterdag 6 april gaan we onder aanvoering van een groepje enthousiaste, jonge fans de verfilming van The Lord of the Rings bekijken. In de kerk. Het wordt een marathonzitting van drie dagdelen. 

Vanwaar deze belangstelling? Wat maakt het interessant? Zijn er overeenkomsten en verschillen tussen deze vertelling en het grote verhaal van de Bijbel? 

In grote verhalen die verteld worden, komen thema's voor als: de strijd tussen goed en kwaad; leren omgaan met tegenslagen; deugden oefenen. Ik kan mezelf identificeren met de hoofdpersonen. Zoals ik me op de basisschool helemaal kon inleven in “Reis door de nacht” van Anne de Vries dat onze hoofdmeester op vrijdagmiddag voorlas.  

In mijn tienertijd kwam daar Tolkiens ‘In de ban van de ring’ bij. Net als in de bijbelverhalen ontdekte ik dat er grootse verhalen zijn die de wereld (en mijzelf) beter kunnen maken. Die vertellingen herken je aan dezelfde beweging: je gaat door een diep dal, onderweg krijg je te maken met allerlei aanvechtingen, er komt een moment dat het kwaad of het lijden te groot lijkt. Tot er uiteindelijk hoop gloort aan de horizon. Het geeft je leven perspectief. Je maakt deel uit van een groter verhaal, waardoor mijn kleine leven meer de moeite waard wordt.

Ik denk dat mensen een groter verhaal nodig hebben. Waarom? Misschien om jezelf als het ware een beetje meer ‘heel’ te voelen. 


(Anton Dingemans in Trouw, 4-4-2019)

In onze samenleving leeft behoorlijk wat verzet tegen religie. Vooral tegen de geïnstitutionaliseerde, autoritaire vorm ervan. Door de secularisatie zijn mensen en organisaties en misschien wel het hele moderne levensbesef losgeraakt van de oorspronkelijke bronnen. We weten niet meer goed waar we vandaan komen. Ook ons gevoel van identiteit wordt daardoor aangetast. Misschien is dat ook wel een van de wortels van populistische bewegingen. Die kennen vaak een nostalgische houding t.a.v. traditionele normen en waarden. 

Religie gaat ook over identiteit. Vroeger wisten we waar we bij hoorden. En bij wie. In de jaren zestig is dat los gelaten onder het mom van vrije keuze en individualisering. Dat is voor een groot deel ook bevrijding geweest van onterechte bevoogding en angst. 
Yvonne Zonderop noemt dat in haar boek ‘Ongelofelijk’ het ontzuilingstrauma: we bevrijdden ons van allerlei keurslijven. Maar verloren ook wat. Een gezamenlijk thuis. Een gedeelde bron van tradities en verhalen. Nu die duidelijkheid en structuur is weggevallen, lijkt het wel of we een gat in onze ziel hebben. 

Een anecdote tot slot: 
Magdalen College, Oxford, 19 september 1931. Drie mannen wandelen langs de rivier. Het zijn J.R.R. Tolkien, filoloog en hoogleraar Anglosaksisch, C.S. Lewis, docent en schrijver van theologische en jeugdliteratuur, en Hugo Dyson, lector Engelse letterkunde. Ze praten - hoe kan het ook anders - over mythen en literatuur, over de vraag in hoeverre mythen waarheden kunnen bevatten. 
Lewis, hij noemt zich op dat moment agnost, zegt dat mythen leugens zijn, en dus waardeloos. Tolkien reageert: «Nee, het zijn geen leugens…» 
Opeens, alsof de natuur deze woorden kracht bij wil zetten, gaat er een windvlaag door de stille, warme avondlucht. Zoveel bladeren waaien van de bomen dat de vrienden denken dat het regent. Dan, even onverwacht, keert de rust terug. Het gesprek wordt vervolgd, maar nu is er slechts één spreker: «Wij zijn afkomstig van God en het is onvermijdelijk dat de mythen die wij gemaakt hebben, ook al bevatten zij fouten, een versplinterd fragment van het ware licht weerspiegelen, de eeuwige waarheid die bij God berust. Slechts door het maken van mythen - door verhalen te verzinnen - kan de mens hunkeren naar de staat van perfectie die hij kende voor de zondeval. Onze mythen zijn misschien misleidend, maar zij sturen ons wel in de richting van de ware haven. Daarentegen leidt materialistische ‘vooruitgang’ slechts naar een gapende afgrond, naar de IJzeren Kroon van de kracht van het Kwaad.»
Deze religieuze visie maakte indruk op Lewis, die zich mede hierdoor tot het christelijk geloof zou bekeren. Het geeft ook de kern weer van het schrijverschap van J.R.R. Tolkien, een schepper schrijver van mythen.

Zin om mee te kijken? Sluit je je aan bij deze fellowship? 
Je kunt alle drie episodes volgen, maar ook een keuze maken. 
Je bent welkom in de Opstandingskerk, zaterdag 6 april. Vanaf 10 uur. 







Reacties