40 dagen dag 39, Goede Vrijdag



Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.
Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest.
Johannes 19: 25 - 30


Het beeld staat nog overeind in de Notre Dame, voor het kruis dat oplichtte in het vuur van de brand: de Pietà van Nicolas Coustou. Het laat het lichaam van Jezus zien, van het kruis gehaald na zijn dood, op schoot bij zijn moeder.

Wie zie jij, als je kijkt naar deze moeder met het kind dat ze verloren heeft?
Welke gezichten, welke verdriet hecht zich aan dit beeld? 
Leven dat te vroeg is afgebroken, in de handen van mensen. Verraden door het leven, veroordeeld tot de dood.
Zie je nog iets van God doorschemeren... in de vrouwen bij het kruis, in Johannes?

Misschien is God vandaag in de verlatenheid. Waar deze moeder temidden van de puinhopen zit. 
Waar een lied klinkt als dit misschien: Avinu Malkeinu - Onze Vader, onze koning - een joods gebed over falen en tekortschieten dat klinkt op Grote Verzoendag. 

Reacties