Pardon - column in het Groentje, februari 2019

Zeg jij het wel eens als je op iemands tenen staat? Pardon… het is een deftig woord waar bijna een buiging bij hoort. Als er iets verkeerd gaat roepen we eerder ‘sorry!’.
Het woord beleefde de afgelopen tijd een come-back toen de kranten vol stonden met nieuws over het kinderpardon. Nieuws dat geen ver-van-mijn-bed-show is, omdat er ook in Houten kinderen wonen die geen verblijfstatus hebben maar hier wel thuis zijn.
Het goede nieuws is, dat deze kinderen nu wel onder het ‘pardon’ vallen; ze mogen blijven. Even in het woordenboek bladerend, vind ik de betekenis: pardon betekent verontschuldiging.
Logisch natuurlijk, want er is  – bedoeld of onbedoeld - op de tenen van deze kinderen gestaan, en dan  is het nu tijd om ‘het spijt me’ te zeggen. Maar wacht even… in het politieke spel zijn het deze kinderen die pardon moeten vragen. Klopt dat wel?
Verontschuldigen is lastig. Niemand wil schuld hebben. Ik zoek ook snel verzachtende omstandigheden als iets fout gaat. Ik kan er eigenlijk niets aan doen - als ik een afspraak vergeet  of uitval tegen één van mijn kinderen. Best moeilijk om sorry te zeggen of om ‘pardon’  te vragen.
Zoekend naar een voorbeeld bij het omgaan met schuld, kom ik bij Jezus uit. Het mooie is dat hij alleen over schuld spreekt in combinatie met vergeving. Wat er fout gaat wordt niet weggemoffeld, maar er is gelijk een kans om opnieuw te beginnen. Hij heeft die blik die alles ziet en toch van je houdt, die helpt om te zeggen: pardon, of sorry… ik heb het niet goed gedaan. En wat lucht dat op.
Zullen we wat vaker ‘pardon’ zeggen tegen degenen die we pijn deden? Eerlijk toegeven dat er iets fout gegaan is? Dat kinderen te lang in onzekerheid zijn gelaten bijvoorbeeld… Zullen we fouten vergeven, met een eerlijke èn milde blik? Dat is wat Jezus zou doen denk ik.

Reacties